Het levensverhaal van Happy Hassan, een moeder uit ons project “Anybody Home?”.
Ik ben Happy Hassan en ik ben geboren en getogen in Komkonga, een klein dorp in het kustgebied van Tanga in Tanzania. Mijn ouders stierven toen ik nog klein was, ik weet niet eens wanneer dat is geweest. Als weeskind, kon ik niet naar school gaan. Mijn tante nam mij in huis en ik kan er kort over zijn: ik had een vreselijke kindertijd!
Ik herinner me nog dat Komkonga één groot bosgebied was. Ik groeide op met het Islamitische geloof en leerde om Allah te aanbidden en de Koran te gehoorzamen.
Het leven bij mijn tante was een hel: ik had geen recht op het eten in haar huis en moest hele lange dagen hard werken in huis en op het land. De meeste dagen werd ik geslagen en er was niemand die het voor mij opnam. Keer op keer werd ik beschuldigd van dingen die ik niet had gedaan en dan kreeg ik weer een pak slaag. De honger die ik leed was vreselijk.
Toen ik een jaar of 14 was besloot ik een huwelijk aan te pakken, zodat ik kon ontsnappen aan de hel in het huis van mijn tante. De man die met mij wilde trouwen had mij niet verteld dat hij al getrouwd was met een ander. Hij wilde mij hebben, omdat zijn vrouw geen kinderen kon krijgen.
Zelfs al had hij dit wel eerder gezegd, er was toch niet veel aan te doen. Onze godsdienst staat toe dat een man met 4 vrouwen kan trouwen. Bovendien moest ik volgens de koran mijn man gehoorzamen, dus ik legde me erbij neer.
Nadat ik zwanger werd veranderde het gedrag van mijn man: hij sloeg mij en ging mij steeds vaker verkrachten. Oók híj weigerde mij te voorzien van eten en andere levensbehoeften. Het was een vreselijke tijd en ik had geen idee wat ik met mijn leven aan moest. Toen het steeds erger werd, ben ik in mijn wanhoop terug gegaan naar het huis van mijn tante. Ik was tenslotte een zwangere tiener!
De toverdokters
Toen mijn dochtertje Rukia werd geboren, bleef het leven erg moeilijk. Ik kon haar niet voldoende te eten geven en vanaf haar 1e verjaardag werd ze ziek en bleef ze maar ziek. Ik kon nergens hulp vinden. Rukia was al 6 maanden ziek en ik zocht regelmatig hulp bij de traditionele genezers (toverdokters). Van kind af aan had ik geleerd dat als je ziek bent, dat je dan betoverd bent en daarom zo snel mogelijk naar een toverdokter moet gaan. Wij geloofden dat deze behandelingen helpen. Alleen….Rukia werd helemaal niet beter!
Op een dag besloot ik om naar het ziekenhuis te gaan, ook al had ik geen cent op zak. Ik wilde weten wat deze artsen zouden zeggen. Vanuit het onderzoek werd er niets gevonden bij Rukia.
Thuis gekomen bleef mijn tante maar aandringen op het bezoeken van de toverdokter omdat “mijn dochter anders in mijn armen zou sterven”. Ik wist me geen raad meer toen ik zag hoe ziek en zwak mijn kleine meisje was. Ik besloot opnieuw de lange weg naar het ziekenhuis te lopen; daar ging ik weer, zonder geld, helemaal alleen en met een doodziek kind.
Toen ik aankwam in het ziekenhuis zocht ik een plek in de gang waar ik kon gaan bedelen om geld. Kleine Rukia overleed terwijl we nog in de gang waren. Ze was anderhalf jaar oud.
Wat was ik intens gefrustreerd en verdrietig! En er was helemaal niemand die mij hielp! De vader niet, vrienden en kennissen niet. Niemand die mijn dode kind en mij naar huis kon brengen! Ik bond het dode lichaampje van Rukia op mijn rug en liep de lange weg terug naar huis. 30 zware, lange eenzame kilometers lopen!
Toen ik thuis aankwam werd ik volgens onze Islamitische traditie en cultuur buitengesloten van de begrafenis. Ik kreeg geen kans om mijn kind de laatste eer te bewijzen en tot op de dag van vandaag weet ik niet waar zij begraven is.
Een jaar later trouwde ik opnieuw. Mijn man en ik kregen 4 kinderen waarvan onze zoon Nuru bij mijn schoonmoeder in het huis ging wonen. (dit is een gebruikelijke manier in Tanzania; grootouders helpen zo mee met het (op)voeden van de kinderen) Zij woonde 2 dagen lopen bij ons vandaan.
Toen Nuru heel erg ziek werd, overleed hij en werd hij begraven zonder dat zij mij iets hadden verteld! Dat was de tweede keer dat ik op mysterieuze wijze een kind verloor en mijn hart brak.
Ik was verdrietig en wanhopig, hoe kon dit allemaal gebeuren? Tot overmaat van ramp verliet mijn man mij en onze kinderen, zonder dat hij ons voorzag van een inkomen of eten. Toen onze huurbaas ongeduldig werd, zette hij mij zonder pardon het huis uit. Ik zwierf met mijn kinderen rond op straat; mijn leven was een drama.
Toen ik meer dan 2 jaar later een andere man ontmoette, kreeg ik wat hoop en rust. Dit is iets wat ik niet eerder kende in mijn leven. We zijn getrouwd en hebben samen 2 kinderen gekregen.
Tijdens de zwangerschap van ons 2e kind ontdekten we dat we beiden HIV positief waren en dit zette opnieuw mijn wereld op z’n kop.
Ik verloor iedere hoop om verder te leven. Er knapte iets in mij: ik voelde me waardeloos en bedacht dat mijn leven alleen maar bedoeld was om pijn te lijden. En daarom wilde ik een einde aan mijn leven maken.
Ik dacht erover na wie er na mijn dood voor onze kinderen zou gaan zorgen en ik besloot om mijn doodswens aan mijn man te vertellen. Ik had geen idee hoe hij zou reageren, maar toen ik het vertelde schrok hij zo vreselijk dat hij simpelweg wegrende! Hij kon het gesprek hierover niet aan en ik besloot om mijn HIV-medicijnen te gaan innemen en te gaan bevallen van ons kind.
Jezus ontmoeten en genezing vinden.
Het is nu precies 5 jaar geleden (maart 2016): er liepen zendelingen door de straten van ons dorp. Zij vertelden dat we bij Jezus kunnen komen om genezing en rust te ontvangen. Deze woorden raakten mijn hart en ik vroeg aan mijn man wat hij ervan zou vinden als ik naar zo’n bijeenkomst in het dorp zou gaan. Hij zei dat ik mijn hart moest volgen en zo kwam het dat ik ging luisteren naar de woorden uit de bijbel, het boek van God. Ik dacht erover na, of ik mij zou kunnen bekeren van moslim naar christen.
Toen ik thuis kwam vertelde ik mijn man wat ik had gehoord. Ik vertelde dat ik gered wilde worden van die ellendige toverij en de occulte machten in ons dorp. Het geloof dat ik van klein kind af aan kende, had zoveel ellende teweeg gebracht. Mijn man was het helemaal met me eens.
Op de vijfde dag van de evangelisatiecampagne, heb ik gekozen voor de redding en bevrijding die Jezus geeft. Ik voelde me letterlijk opnieuw geboren: opgelucht, blij en verlost van een heleboel negatieve gedachten. Ik vond hoop, vooral toen ik hoorde dat Jezus van mij houdt en voor mij wil zorgen. En niet alleen voor mij, maar ook voor mijn familie. Wat een feestdag was dit voor ons.
De pastor vertelde dat mijn naam niet langer Sida (moeilijkheden) zou zijn, maar dat ik een nieuwe naam mag aannemen: Happiness. En dat is sindsdien mijn naam! Ik begon een gloednieuw leven.
Na de campagne heb ik de pastor in Komkonga opgezocht en heb ik mijn problemen met hem gedeeld. Ik vroeg om advies en begeleiding, zodat ik van mijn angsten af kon komen en blijvende vrede in mijn hart zou krijgen. Ik werd serieus genomen en gerustgesteld dat ik stap voor stap herstel zou ontvangen van Jezus.
Ik moest alle spulletjes die ik ooit van toverdokters had gehad ophalen, zodat we deze bij de kerk konden verbranden. En dat hebben we gedaan. Ook heb ik 7 dagen lang meegedaan met gebed en vasten, waarbij ik ook onderwijs kreeg over de levende God uit de bijbel. Na de zevende dag voelde ik me heel energiek en opgelucht.
Ik ben naar het ziekenhuis gegaan voor een nieuwe HIV test, omdat ik me afvroeg of mijn lichaam genezen was. Ondanks dat mijn man, ons jongste kind en ik alle drie nog steeds positief getest werden op HIV, zijn we enorm dankbaar dat wij een nieuw leven hebben ontvangen.
Jezus heeft ons hart genezen en ons leven danken wij aan Hem. Wij vertellen nu de andere mensen in ons dorp Komkonga, over de liefde en redding van Jezus Christus, de zoon van de levende God.
Iedere morgen kan ik opstaan om het leven te leven! Ik kan doorgaan met de zorg voor mijn kinderen. Alle dank is voor de allerhoogste God, de schepper van hemel en aarde, want Hij heeft grote wonderen in mijn leven gedaan. Alle glorie en eer is voor Hem. Amen!